Avatar

Het smart city-concept is zo onderhand echt tot de Nederlandse steden doorgedrongen.  Niet alleen in de grote steden, maar ook in veel kleinere zijn talloze smart city-projecten van start gegaan om met behulp van technologie hun dienstverlening aan burgers en bedrijven op een hoger peil te brengen.

Het doel is duidelijk, de steden hebben goed geluisterd naar wat technologie zou kunnen opleveren en zijn voortvarend aan de slag gegaan. Bovendien blijft het aantal nieuwe smart city-projecten groeien. Ondanks alles blijft het vooralsnog nog bij het concept. Want slimme projecten maken nog geen slimme stad. Een nieuwe nutsvoorziening kan dat veranderen.

De beloften van de slimme stad gelden nog onverminderd en de oproep aan steden om smart te worden is nog steeds dezelfde. Net zo onveranderd is echter het probleem van een universele IT-infrastructuur voor smart cities. Dat blijft een hardnekkige barrière. In een eerdere blog heb ik dit probleem aangekaart. Door al die verschillende projecten is het gevaar levensgroot, dat als het gaat om de IT-infrastructuur, het wiel steeds opnieuw wordt uitgevonden. Die broodnodige universele IT-infrastructuur is sindsdien geen stap dichterbij gekomen.

Zeker, de bouw van zo’n platform vraagt om een intensievere samenwerking tussen bedrijfsleven en de smart cities. Maar het kost meer tijd en moeite dan ik had gedacht om die tot stand te brengen. Bovendien blijkt de financiering een hele uitdaging. En dat we weten wat een smart city-project kan opleveren, wil nog niet zeggen dat het verband tussen investeringen en opbrengsten duidelijk is. Het is onverstandig om te wachten tot dit allemaal te zijner tijd is opgelost, áls dat al gebeurt. Die tijd mogen we niet verliezen.

Ik denk dat de oplossing een stuk dichterbij komt als we de IT-infrastructuur voor smart cities beschouwen als een nutsvoorziening, net als gas, water en licht. Iedereen – burgers, bedrijven, de gemeentelijke overheden – moet deze nutvoorziening probleemloos kunnen gebruiken. Het is ook een ideale manier om koppelingen tussen projecten onderling en probleemloze uitwisseling van (open) data mogelijk te maken. Juist deze onderlinge koppelingen maken een stad écht slim!

Gemeenten moeten zelf verantwoordelijk worden voor deze ‘vierde nutsvoorziening’, gezien het grote belang voor de stad, zijn inwoners en de bedrijven die er gevestigd zijn. Maar dat betekent in mijn optiek ook dat zij allemaal in verhouding aan die nutsvoorziening moeten bijdragen, bijvoorbeeld via de gemeentebelastingen. Die bijdrage zou je kunnen zien als vastrecht, dat per maand, kwartaal of jaar voor de IT-infrastructuur wordt afgedragen. Daarnaast kan voor het daadwerkelijk gebruik van de infrastructuur een bepaald tarief gelden. Een groot voordeel is dat door die opzet die financiering makkelijker rond kan komen. Het vastrecht zorgt voor een gegarandeerd inkomen op basis waarvan de infrastructuur gebouwd en geëxploiteerd kan worden.

Ik realiseer me dat hiermee niet meteen alle discussies uit de wereld zijn. Zo moet er nog steeds goed worden nagedacht over hoe die nutsvoorziening er precies uit moet komen te zien (hoeveel capaciteit, welke standaarden, etc). En er zijn nog politieke hindernissen: overheden hebben hun belang in nutsvoorzieningen juist afgestoten. Toch zien we dat overheden zich weer met de energievoorziening willen bemoeien en beleid opstellen voor energiebesparing en duurzame energie. Als het maatschappelijke belang maar groot genoeg is!

Ik ben er van overtuigd dat het maatschappelijk belang van slimme steden zeker zo groot is, temeer omdat er ook een duidelijk verband kan worden gelegd tussen slimme steden en slimmer omgaan met energie en water. Deze vierde nutsvoorziening is hoognodig voor onze smart cities om nu zo snel mogelijk verder te groeien.

Rob de Wildt, Directeur Publiek Sector

Blog Ingovernment;http://www.binnenlandsbestuur.nl/ingovernment/opinie/columns/ict-moet-vierde-nutsvoorziening-worden-voor.9525508.lynkx

 

Originally Posted at: https://emear.thecisconetwork.com/site/content/lang/nl/id/5526